Aardappel(moeheid)

Ik ben moe: van de aardappelen uit de winkel.
Wandelend over de groentemarkt kunnen we aardappelen en alle denkbare groente en fruit kopen. Opvallend is dat meestal alleen bij de appel- en perensoorten een onderscheid gemaakt wordt in de mooie namen Elstar, Jonagold, Pink Lady. Lopen we naar de aardappelenafdeling kan ik kiezen uit “grotendeels vastkokende”,” enigszins melige” of “meligkokende”. Dit zegt mij niets over de smaak. Hoeft ook niet want mij smaken ze allemaal hetzelfde.
Vraag een marktkoopman-vrouw wat voor soort aardappel dit is en hij/zij zal met wat geluk zeggen “wilt u zelf even op de verpakking kijken?”. Ja, doe ik: “gemengd” staat er op.
Weten de groenteverkopers wel hoeveel soorten aardappelen er in Nederland in 2019 op de aardappelen rassenlijst staan en voor consumptie geschikt zijn? Ik durf het bijna niet op te schrijven: een kleine 500 soorten.
Deze verscheidenheid zal zich uiten in smaak, vorm, kleur, oogsttijd, kooktijd, vastheid, en resistentie tegen plagen/ziekten.
Ik heb voor dit jaar een voor mij lekker smakende (poot)aardappel gekozen, want daar gaat het mij om. Na het poten is het een kwestie van wachten en kijken wat de natuur ermee doet. De koude nachten van de eerste week van mei hebben de jonge scheuten, die al boven de grond waren geen goed gedaan. Met een beetje geluk koopt deze HannaH tussen juli en Kerst geen aardappelen meer.
Poot ze (het kan nog net), HannaH